Door Adrienne op
Geschreven door Evelien van der Waa, homeopathisch dierenarts
Ook bij katten komt diabetes (suikerziekte) voor. In het geval van suikerziekte is er in het bloed van de kat een te grote hoeveelheid glucose (suiker) aanwezig. Die glucose is nodig in de lichaamscellen maar kan daar niet naartoe omdat de kat zelf onvoldoende insuline aanmaakt of omdat de cellen ongevoelig zijn geworden voor insuline. De hoge suikerspiegel leidt tot een hongergevoel, veel drinken en plassen en afvallen.
Bij de behandeling is het belangrijk dat de hoeveelheid suiker in het bloed zo snel mogelijk weer genormaliseerd wordt. Op dit moment kan dat alleen met het geven van insuline-injecties. De behandeling met insuline is heel intensief en soms stressvol voor de kat en vraagt veel discipline van de eigenaar: op tijd eten geven, op tijd injecties geven, regelmatig bloedprikken om het suikerlevel te checken en angst voor een te lage suiker spiegel (hypoglycaemie).
Naast de insuline-injecties speelt voeding ook een belangrijke rol bij het onder controle krijgen van de suikerspiegel. Het is belangrijk dat de voeding veel eiwitten bevat en weinig koolhydraten (suikers). Hierdoor is het makkelijker om de suikerspiegel stabiel te houden binnen de juiste waarden. Het voeren van compleet vers vlees is daar een goede optie voor, naast speciale dieetvoeding die op de markt is voor katten met suikerziekte. Na een aantal maanden behandeling zie je dat een deel van de katten zelf weer genoeg insuline aan gaat maken (remissie) en dat geen extra insuline, via injecties, meer nodig is.
Nieuw medicijn
Begin juni 2023 woonde ik een dierenartsencongres bij en daar werd goed nieuws gebracht voor katten met suikerziekte (type II). Er wordt op dit moment gewerkt aan een geneesmiddel voor katten, dat nu al bij mensen wordt gebruikt, waardoor het niet meer nodig is om insuline te spuiten (bij een deel van de katten met suikerziekte). En dat zou heel fijn zijn voor katten en hun baasjes.
De nieuwe behandeling zorgt ervoor dat het teveel aan suiker uit wordt geplast. En hierdoor daalt de suikerspiegel in het bloed. Als de suikerspiegel daalt en de kat heeft nog cellen die insuline kunnen maken (de bètacellen) dan gaan die weer hun eigen insuline produceren. Een groot voordeel van dit geneesmiddel is dat het één keer per dag met voer gegeven kan worden en dat er dus geen injecties (meer) nodig zijn. Er wordt op dit moment nog onderzoek gedaan bij een groep katten met dit medicijn in vergelijking tot insuline-injecties en de resultaten zijn heel hoopvol.
Natuurlijke ondersteuning
Naast reguliere medicatie is van bepaalde planten is ook bekend dat zij een positief effect kunnen hebben op de suikerspiegel in het bloed. Een van die planten is Fenegriek (Trigonella foenum-graecum). Er is veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar deze plant bij mensen en dieren. In 2007 is onderzoek gedaan bij ratten (1). Bij deze ratten werd kunstmatig suikerziekte opgewekt. Daarna werden de ratten verdeeld over 2 groepen. De ene groep werd behandeld met fenegriek en de andere groep (controlegroep) niet. De groep die fenegriek kreeg gedurende zes weken liet een duidelijke daling zien in de glucosespiegel. Ook voor dieren bestaan producten waar fenegriek in is opgenomen om de suikerspiegel te stabiliseren ter ondersteuning van de behandeling van suikerziekte.
Wat je zelf kunt doen
Zoals bij heel veel dingen geldt ook hier: voorkomen is beter dan genezen. Katten met overgewicht hebben een groter risico op suikerziekte, net als bij mensen en honden. En aan het voorkomen van overgewicht kun je als baasje wel iets doen. En dat kan op twee manieren: via de voeding en door het stimuleren van meer beweging van je kat.
Wil je meer weten over suikerziekte bij katten, bekijk dan het webinar ‘Suikerkatten’ dat op 27 juli '23 plaatsvindt. Je kunt je gratis inschrijven. Terugkijken via een replay is ook mogelijk.
(1) Effect of Trigonella foenum-graecum (fenugreek) extract on blood glucose, blood lipid and hemorhological properties in streptozotin-induced diabetic rats, Wan-Li Xue, Xuan-She Li, Jian Zhang, Yong -Hui Liu, Zhi-Lun Wang, Rui-Juan Zhang, Asia Pac. J. Clin. Nutr. 2007, 422-426