Castratie van de reu
Bij castratie worden de testikels van de reu operatief verwijderd en is de reu niet meer vruchtbaar. De testikels zijn de belangrijkste plaats waar het hormoon testosteron wordt aangemaakt (ook de bijnieren produceren een geringe hoeveelheid testosteron) dus na verwijdering verandert de hormoonhuishouding in de reu drastisch. En dat is ook een precies een belangrijk doel van castratie, omdat testosteron een grote invloed heeft op het dominante en soms zelf agressieve gedrag van reutjes. In de pubertijd waar de reu veel testosteron produceert kunnen er gedragsveranderingen ontstaan en problemen die te maken hebben met de plek in de rangorde. Dit kan leiden tot agressie naar andere dieren en ook naar mensen. Met castratie wil de hondeneigenaar bereiken dat dit gedrag normaliseert.
Andere redenen die opgevoerd worden om te kiezen voor een castratie zijn het steeds achter loopse teven aanrennen en van huis weglopen, overmatig rijgedrag en overal tegen aan plassen om het territorium te markeren, ontsteking aan de voorhuid van de penis en het voorkomen van prostaatproblemen op oudere leeftijd.
Dit kunnen dringende redenen zijn om een reu te castreren. Gelukkig is er wel steeds meer aandacht voor de keerzijde van deze ingreep. Het is en blijft een operatie onder gehele narcose met de risico’s die daarbij horen. Daarbij worden sommige reuen slomer na de castratie, terwijl anderen juist hyperactief worden. En omdat de stofwisseling verandert kan de reu ook (te) dik worden en minder mooi in zijn vacht gaan zitten. Voor deze nadelige effecten waarschuwt elke zichzelf respecterende dierenarts en zal er per reu een afweging plaatsvinden over het wel of niet castreren van een reu. Als leeftijd wordt castratie op de leeftijd van zes maanden als ideaal gezien, maar er is in feite geen leeftijdsbeperking: castratie kan op elke leeftijd en brengt door de leeftijd geen extra risico met zich mee.
Sterilisatie van de teef
Het verwijderen van de eierstokken (en soms nog een deel van de baarmoeder) bij de teef en haar daardoor onvruchtbaar maken noemen we sterilisatie. Eigenlijk zou je deze ingreep castratie moeten noemen en valt bij deze ingreep ook de productie van geslachtshormonen bijna geheel weg, maar in de volksmond heeft iedereen het over sterilisatie. Waarom zou je het doen, behalve als je wilt dat de teef niet zwanger wordt? De meningen zijn er over verdeeld. Het grootste voordeel zou zijn dat je af bent van de loopsheid, die bij een teef en de eigenaar gemiddeld tweemaal per jaar voor ongemak zorgt: naast de uitvloeiing kan en teef zich in deze periode tuttiger gedragen en als ze nog niet klaar is om gedekt te worden fel reageren op andere honden. Ook ben je na een sterilisatie af van het fenomeen schijnzwangerschap, waar het ene teefje meer last van kan hebben dan de andere. Andere bijkomende voordelen zijn dat er geen baarmoederontsteking meer kan optreden en de kans op melkkliertumoren (als de sterilisatie voor de eerste loopsheid plaatsvindt) en suikerziekte bij de teef afneemt.
In het algemeen zijn reguliere en natuurlijke dierenartsen het eens over de nadelen die aan een sterilisatie kleven. Het is en blijft een stevige operatie, maar ook de kans op incontinentie na de ingreep neemt toe. Daarbij krijgen teven meer (ongewenste) ondervacht na de sterilisatie en zie je ze soms sneller verouderen.
Lees ook het opiniestuk ‘Castratie en sterilisatie van de hond; een duivelsdilemma’ en de blog ‘Sterilisatie? Liever niet... zo blijf je hormonen de baas en de blog ‘Onzekerheid door castratie? Massage helpt'