Zoals de naam al doet vermoeden, draait het bij deze plant vooral om de wortel. De bevat veel allantoïne, een stof met groeibevorderende eigenschappen. Het bevordert de groei van menselijke botten en het daaromheenliggende groeiweefsel. De wortel is zeer eiwitrijk, hij benadert bijna de sojaboon in dit verband. Ook bevat het veel vitamine B12. Plinius de Oude had al 1000 jaar voor Christus de genezende werking van Smeerwortel in de gaten:
“De wortels bevatten zoveel kleefstoffen dat ze instukken gehakt vlees weer aaneen smeden. Als e smeerwortel wordt gekookt tot een massa of als het blad wordt gekneusde als een pleister op de wonde wordt gelegd zal hij alle wonden genezen”. Alle wonden is wellicht overdreven, zeker bij open wonden moet men namelijk geen smeerwortel gebruiken maar calendula. In de kruidengeneeskunde is Symphytum vooral aangewend voor reumatische pijnen, spataderen verzweringen, in baden, tegen eczeem en inwending bij chronische ontsteking van de luchtwegen , tbc, maagzweren en diarree.
Symphytum is in de homeopathie vooral een acuut middel, voor EHBO toepassingen. Maar ook chronische klachten kunnen worden verholpen. Het wordt met name aangewend voor breuken die trag of moeilijk herstellen. HEt bevordert de groei van nieuwe weefsel dat de beide breukeinden moet verenigen. Allerlei klachten die bij het herstel van de breuk kunnen optreden, kunnen gunstig worden beïnvloed door Symphytum:
- Oude breuken die slecht een traag helen
- Botten die op de plaats van de breuk irriteren
- Ontstekingen die bij breukplaatsen ontstaan
- Prikkende pijnen in het beenvlies als de breuk al is hersteld
- Soms voor de aanhecting van pezen bij botten
Ook verwondingen door stompe voorwerpen op gevoelige delen zijn goed met smeerwortel te genezen. Bijv. een bal of ander voorwerp dat op het oog terecht komt, en vooral wanneer dit de oogkas aangetast heeft is symphytum een belangrijk middel. Bij bloeduitstorting van het oog denken we eerst aan Arnica Montana. Hoewel symphytum vooral een EHBO middel is heeft het ook zeker mind-symptomen zoals besluiteloosheid, iniatiefloosheid, angst om te vallen, gebrek aan wilskracht, verlangen naar rust, protesteren, halstarrig doorgaan etc. Eigenlijk klachten die normaal zijn of kunnen komen bij een breuk.
Eigenschappen
Smeerwortel is werkzaam als vulneratief (wondhelendmiddel), slijmvormer, astringens (doet de bloedvaatjes samentrekken) en expectorans (hoestmiddel).
Het in de plant aanwezige allantoïne prikkelt beschadigd weefsel tot het vormen van nieuw granulatieweefsel en stimuleert ook de celdeling. Het gebruik van smeerwortel bij allerhande verwondingen en zweren vindt hierin zijn verklaring.
Gebruik
Smeerwortel wordt hoofdzakelijk uitwendig gebruikt, en dat zowel bij de behandeling van kneuzingen, chronische aandoeningen van gewrichten, als bij ontstoken spataders. Historisch is vooral het gebruik bij botfracturen bekend.
Zoals vermeld bevordert met name het allantoïne de nieuwvorming van cellen en dat zowel in- als uitwendig. Hierdoor wordt niet alleen de heling van wonden versneld, maar wordt ook overdreven littekenvorming vermeden.
Bij diepe wonden is het nochtans aangeraden om erg voorzichtig om te springen met smeerwortel, omdat de uitwendige toepassing van smeerwortel in dat geval kan leiden tot weefselvorming aan de oppervlakte, vooraleer de wonde in de diepte voldoende is genezen. Dit kan vervolgens eventueel leiden tot abscesvorming.
Doch behoudens deze (relatieve) uitzondering kan smeerwortel toegepast worden bij elke uitwendige wonde of verzwering (bv tgv spataderen).
Ook bij fracturen kan een locale toepassing van smeerwortel onder vorm van een pleister waardevol zijn.
In het verleden kende smeerwortel ook tal van inwendige toepassingen, die ook kunnen worden afgeleid uit zijn eigenschappen, doch een beschrijving hiervan laat ik momenteel achterwege (zie Bijwerkingen en Waarschuwingen)
In de homeopathie wordt het middel ‘symphytum’ bereid uit de verse wortelstok die voor de bloei (dus dan wanneer het gehalte aan allantoïne het hoogst is) wordt opgegraven. Van de potentie D2 neemt men, in geval van botbreuk, enkele keren per dag een 5 tot 10 druppels om callusvorming te bevorderen.
Bijwerkingen en waarschuwingen
Sedert enkele jaren wordt in heel wat de landen de verkoop van smeerwortelpreparaten voor inwendig gebruik verboden of aan strenge beperkingen onderworpen. Reden hiervoor is het feit dat wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat het gebruik van grote hoeveelheden smeerwortel risico’s op leverbeschadiging met zich mee kan brengen.
De pyrrolizidine alkaloïeden in de plant zijn inderdaad bewezen hepatotoxisch (giftig voor de lever) bij dieren, en bij de mens is er in elk geval 1 (één) geval beschreven waar smeerwortel wellicht mede oorzaak was van een veno-occlusieve aandoening (aderverstopping) thv de lever na chronisch gebruik.
De genoemde alkaloïeden worden nauwelijks opgenomen doorheen de huid, en worden bovendien nauwelijks teruggevonden in commerciële smeerwortelpreparaten.
Aan de andere kant is het zo dat waterige extracten van smeerwortelblad de overlevingsduur van muizen die tumoren hebben verlengen, en ze verminderen het ontstaan van tumorgroei.
Een ‘Ames-test’ (een standaard procedure waaruit kan afgeleid worden in hoeverre een product kankerverwekkend/mutatieverwekkend kan zijn) suggereert bovendien dat smeerwortel anti-mutagene eigenschappen heeft (dus het ontstaan van mutaties lijkt tegen te gaan)
Het lijkt dus in elk geval zo te zijn dat de ‘giftigheid’ van smeerwortel enigszins overroepen is. In elk geval is het zo dat de genoemde pyrrolizidine alkaloïden enkel aanwezig zijn in het verse kruid en in de wortel, en niet in het gedroogde kruid. Bovendien lijkt het gehalte vooral hoog in de Symphytum x uplandicum, en niet in de gewone smeerwortel. Toch is het aan te bevelen om uiterst voorzichtig om te springen met het inwendige gebruik van smeerwortelpreparaten, en zeker met het verse kruid (waarbij op te merken valt dat de haartjes in verse toestand ook nog eens erg irriterend kunnen zijn voor de slijmvliezen).