Arctium lappa, in de volksmond veel bekender onder de naam “grote klis”, is een zeer oude plant die oorspronkelijk alleen in Noord-Europa voorkwam. Tegenwoordig komt de klis ook in Azië en Noord-Amerika voor. De Japanners eten de wortels als groente. De klis groeit op zware gronden, met name in de buurt van gebouwen, vuilstortplaatsen, bermen en tussen struikgewas. De naam is afgeleid van het Griekse “arktos” wat “beer” betekent en “lappa” wat duidt op de distelachtige vruchten. Vooral kinderen beleven veel plezier aan de vruchtjes van deze plant die zo gemakkelijk aan kleding en dierenvachten blijven kleven. Chinese genezers gebruiken de zaden van de klis om “de kwaden van wind en hitte” te verdrijven.
Volksgeneeskunde
Shakespeare schreef in 1599 “ach nichtje, het zijn maar klitten waar ze je in de uitgelatenheid van een vrije dag mee raken”. In Amerika benutte men de zaden tegen huidziekten. Chinese artsen gebruiken de zaden nog steeds bij de behandeling van verkoudheden met keelpijn en droge hoest. Kruidengenezers adviseerden de wortels om de uitscheiding van toxische stoffen te bevorderen, in het bijzonder bij huidaandoeningen, obstipatie, reumatische pijnen, jicht en cystitis. Met name bij hardnekkige huidaandoeningen als psoriasis en chronisch eczeem trad vaak verlichting of verbetering van de klachten op door het gebruik van de grote klis. Ook als urinedrijvend middel met diuretische en desinfecterende eigenschappen had het een befaamde reputatie.
Werking
Inuline (45-50%), slijmstoffen, vette olie (0.4-0.8%), looistoffen, pectine, suikers, hars, polyacetylenen, vetten, etherische oliën, sesquiterpenen, bitterstoffen, phytosterolen, flavonoïden
Werkingsmechanisme
Uit dierstudies is gebleken dat de wortels en bladeren van de planten die nog net niet in bloei staan diuretische en ontgiftende eigenschappen bezitten waardoor huidklachten vaak verminderen. Bovendien heeft de plant hypoglycemiërende eigenschappen (bloedsuikerspiegel verlagend). Wetenschappers schreven een antimicrobiële werking toe aan de polyacetylenen, welke alleen in de gedroogde plant voorkomen. Van oudsher is de klis bekend vanwege zijn stimulerende werking op lever en gal. Antibiotische activiteit tegen grampositieve bacteriën (Staphylococcus aureus, Bacillus subtilus en Micobacterium smegmatis) werd aangetoond door de aanwezigheid van de bitterstof arctiopicrine. Eveneens tegen gramnegatieve bacteriën (zoals Escherichia coli en Shigella flexneri). In vivo meldden onderzoekers een stimulerende werking op de uteruscontracties. Sommige documenten beschrijven een tumorremmende werking. Extracten van de plant schrijven deskundigen het meest voor bij huidaandoeningen als acné, furunculose, eczeem, psoriasis en schilferende huidaandoeningen. Als adjuvans is het extract van waarde voor diabetici (stabiliserende invloed op glucosespiegel).
Contra-indicaties
Hoge inname van de klis kan interfereren met hypoglycaemie therapie. Gebruik tijdens zwangerschap en de lactatieperiode wordt ontraden daar de klis een stimulerende werking heeft op de uteruscontracties.
Bijwerkingen
Een keer is melding gemaakt van vergiftigingsverschijnselen bij iemand die “gewone” kliswortel thee had gedronken. Dit pleit nogmaals voor een scherpe controle op plantaardige preparaten en kruidenthees. De symptomen leken op atropinevergiftiging. De grote klis bevat echter geen atropine! Nader onderzoek van de thee wees dan ook uit, dat er sporen van de Belladonnablaadjes (wolfskers) in de thee terecht waren gekomen!