De Duitse omschrijving van kamille “Alles zutraut” geeft in feite exact aan hoe men eeuwenlang de kamille als geneeskrachtige plant heeft gezien. William Turner was in 1551 nog veel te bescheiden toen hij over kamille schreef “kamille bekomt het menselijk lichaam wel en is goed tegen vermoeidheid”. In de volksgeneeskunde heeft kamille een uitstekende reputatie bij de behandeling van dyspepsie, flatulentie, reisziekte, verkoudheid, diarree, rusteloosheid en specifiek bij gastrolintestinale stoornissen welke nerveus van aard zijn. Aan kamille kent men een breed spectrum van eigenschappen toe waaronder carminatieve, spasmolytische, mild sedatieve, ontstekingsremmende, antiseptische, antivirale, antibacteriële, fungicide en anticatarrale werkingen. Gebruik van kamille bij dysbacterie zou bijdragen aan een herstel van de darmflora.
Uitwendig gebruik van Kamille werkt ontstekingsremmend, antiseptisch en antibacterieel.