Let op: aangepaste levertijden en bereikbaarheid rondom de feestdagen. Zie 'Actueel' voor details. 

 

Schijnzwanger hond

Schijnzwangerschap bij de hond: Oorzaken, symptomen en behandeling

Honden stammen af van de wolf en de wolf is een roedeldier. In een wolvenroedel krijgt alleen de alphateef – de ranghooste – nesten pups. De rest van de wolvinnen blijft onbevrucht. Voor het voortbestaan van de roedel is het van groot belang is dat deze pups niets overkomt én dat de ranghooste teef snel weer hersteld is van de dracht en de worp om zo de roedel weer te kunnen leiden.

Daarom heeft de natuur een handigheidje verzonnen: andere teven in de roedel vertonen ook fysieke kenmerken van een zogende teef; ze worden schijnzwanger. Ze geven melk aan de pups en verzorgen deze als ware ze eigen, ze nemen de moedertaak over van de alphateef.

Hoewel veel van onze honden qua uiterlijk weinig gelijkenis meer vertonen met de wilde wolf is de essentie van veel honden-gedrag hetzelfde gebleven als dat van hun wilde voorvaderen. Een van deze erfenissen is dat veel moderne huishonden, ook al leven ze niet in een roedel en is er geen alphateef om te helpen met zogen, hetzelfde schijnzwangere gedrag vertonen.

Symptomen van schijnzwangerschap

Vaak is als eerste waar te nemen dat teven zich vanaf de loopsheid anders gaan gedragen. Bij dieren die bevrucht zijn begint van af die periode de progesteronspiegel te stijgen. Bij onbevruchte schijnzwangere teven gebeurt hetzelfde.

Na de bevalling daalt deze progesteronspiegel weer en zorgt het hormoon prolactine ervoor dat de melkproductie op gang komt. Dit hormoon is ook van invloed op het gedrag van teven. Veel schijnzwangere teven trekken zich graag terug, of willen zelfs een holletje maken, worden snauwerig, eten minder goed en willen minder graag naar buiten. Weer andere teven worden tot vervelends toe aanhankelijk, of erg pieperig. Sommige teven gaan zelfs op zoek naar surrogaatkinders en slepen alles dat door kan gaan voor een pup, bijvoorbeeld sokken, pantoffels of speeltjes, mee naar hun ‘nest’.

Steriliseren of niet?

Sommige teven doorstaan de schijnzwangerschap zonder al teveel problemen. Anderen hebben duidelijk last van de schijnzwangerschap en zitten niet goed in hun vel, ook voor de baas is dit vaak een vervelende periode. Een van de risico’s van een regelmatige schijnzwangerschap is dat zich knobbeltjes of afwijkingen in de melklijsten kunnen vormen. Dit kunnen redenen zijn om te besluiten een teef te laten steriliseren.

Schijnzwangerschap hoeft echter niet in alle gevallen een reden te zijn om tot sterilisatie over te gaan. Veel afleiding, schraal voeren en het zoveel mogelijk negeren van afwijkend gedrag de teef in veel gevallen helpen om sneller door de schijnzwangerschap heen te komen. Ook is het verstandig om niet uitgebreid aan de melk-gevende tepels van de teef te zitten of veel over de buik te aaien: de hypofysen kunnen hierop reageren door juist extra veel melk aan te gaan maken.

Medicatie tegen schijnzwangerschap

Er bestaan een aantal reguliere middelen die schijnzwangerschap tegengaan. Dit zijn veelal zogeheten prolactineremmers, die de aanmaak van het hormoon prolactine tegengaan. Deze middelen kunnen echter bijwerkingen veroorzaken, variërend van sloomheid tot kramp of misselijkheid.

Ook zijn er diverse middelen op natuurlijke basis verkrijgbaar die het schijnzwangere gedrag en de bijkomende fysieke gevolgen terugdringen.

Een combinatie van extracten van Echte salie (Salvia officinalis)Haver (Avena sativa) en een verdund extract van Duivelsdrek (Asa foetida) hebben een regulerende uitwerking op de hormoonhuishouding van de teef en gaan verschillende soorten schijnzwangergedrag tegen. Deze combinatie kan worden ingezet vanaf de laatste dag van de loopsheid, tot het moment dat de schijnzwangerschap normaliter weer zou verdwijnen.