De aanwezigheid van maagproblemen is een vaak onderschat probleem bij een paard. Door het gegeven dat een paard 24/7 maagzuur aanmaakt, zou de manier van het geven van voeding hierop moeten wordt aangepast. Helaas is dat lang niet altijd het geval. Daarbij spelen factoren als stress en de samenstelling van het rantsoen ook een rol bij het ontstaan van een maagzweer. Paarden laten niet altijd duidelijk symptomen zien. Er zijn kruiden die een heilzame werking op de maagfunctie hebben.
De maag
Een paard is een groot dier maar heeft, in verhouding tot zijn grote lichaamsgewicht, een relatief kleine maaginhoud van zo’n 15 liter. Een paard is er op gebouwd om de hele dag op de steppe rond te lopen en continu kleine hoeveelheden te grazen Het maagdarmstelsel van het paard is dan ook niet te vergelijken met dat van een mens.
Twee maagdelen
De maag van een paard bestaat uit twee delen, gescheiden door een lijn, de margo plicatus. Het voorste deel is bekleed met een ivoorkleurig epitheel en fungeert als een soort verlengstuk van de slokdarm. Hier zijn geen maagklieren aanwezig. Dit stuk doet dan ook niet mee aan de spijsvertering. De overgang van slokdarm naar dat voorste deel van de maag wordt goed afgesloten door een sterke sluitspier. Hiermee wordt voorkomen dat maagsappen de slokdarm binnen stromen. Dit is de reden dat paarden niet kunnen overgeven.
In het tweede deel van de maag vindt de spijsvertering plaats. In het maagslijmvlies zitten de klieren die de maagsappen produceren. Deze zijn nodig voor de vertering van het voedsel. Ook wordt hier maagslijm aangemaakt. Dit beschermt de maagwand tegen de zure maagsappen. Dit slijm is heel erg belangrijk, omdat een paard 24 uur per dag maagsappen produceert. Het beschermt alleen het tweede gedeelte van de maag en komt niet boven de margo plicatus. De twee maagdelen zijn erg verschillend, dus tijdens een scopie ook goed van elkaar te onderscheiden.
24/7 kauwen
Paarden zouden eigenlijk de hele dag door moeten kunnen eten. Minimaal 16 uur per etmaal. Dan is de maag niet lang leeg en is er een goede balans van het maagzuur dat de hele dag wordt aangemaakt. Te onregelmatige voedselopname - slechts twee tot vier grotere hoeveelheden per dag - weinig grazen of een tekort aan ruwvoer, kan binnen een paar dagen leiden tot een maagzweer. Ruwvoer, in de vorm van gras, hooi, droge kuil en ook luzerne, zorgt ervoor dat het paard meer kauwt en meer speeksel produceert. Speeksel maakt het maagzuur minder zuur en neutraliseert.
Risicofactoren
De paardenmaag heeft veel meer tijd nodig voor de vertering van ruwvoer dan voor de vertering van krachtvoer. Ruwvoer blijft dan ook veel langer in de maag aanwezig. Daarom komen maagproblemen vaker voor bij (sport) paarden die krachtvoer krijgen en weinig ruwvoer. Tijdens intensief werk en sporten – niet eten en kauwen tijdens de training - kan het maagzuur dat in de lege maag staat, de margo plicatus passeren. Het komt dan in het onbeschermde bovenste maagdeel terecht en kan hier een maagzweer veroorzaken. Door aanpassing van het (training- en voeding)management en met ondersteunende middelen, kan dit goed te behandelen zijn. Mits de oorzaak wordt weggehaald.
Hoe herken je een maagzweer?
De meeste paarden met beginnende maagzweren laten niet veel verschijnselen zien. Bij een onderzoek aan de Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht is bij schijnbaar gezonde paarden met een endoscoop in de maag gekeken. Ruim 60% van de paarden bleek een vorm van een maagzweer te hebben, zonder dat ze echt symptomen lieten zien. Je moet dus alert zijn op het herkennen van kleine signalen. Symptomen van maagzweren zijn slechte of verminderde eetlust, vermagering, slechte vacht, geeuwen of gapen, koliek, tandenknarsen, dunne mest en een slechtere conditie en prestatie.
Voorkomen is beter
Natuurlijk is het beter het ontstaan van een maagzweer voor te zijn. Geef je paard daarom de hele dag toegang tot water, ook in de wei en paddock. Geen water kunnen drinken verhoogt de kans op maagzweren. In een lege maag kunnen snel zweren ontstaan. Geef om die reden ook ’s avonds laat nog voldoende ruwvoer. Ook tijdens een langdurige training of buitenrit is het belangrijk het paard te laten eten. Het spijsverteringsstelsel van een paard is erop ingesteld om bijna de hele kleine hoeveelheden voedsel te verwerken. Een paard zou dan ook niet langer dan twee tot vier uur zonder eten mogen staan. Bij paarden met een gezonde maagfunctie wordt het maagzuur geneutraliseerd door voedsel en de grote hoeveelheden speeksel die het paard aanmaakt bij het kauwen van met name ruwe vezels. Het speeksel, voedsel en de slijmlaag aan de binnenkant van de maag dat door eten dikker wordt, beschermen de maagwand tegen schadelijke inwerking van het maagzuur.
Het negatieve effect van stress op de maag
Onderschat niet het effect van stress. Nervositeit vermindert de bloedtoevoer naar de maag. Hierdoor wordt de maagwand minder gevoed en gevoeliger voor maagzuur. De redenen waardoor een paard stress ervaart zijn talloos: als gevolg van flink moeten presteren, door pijn of ziekte, heimwee, een andere omgeving of te lang op stal staan, te weinig contact met soortgenoten, behandeling door dierenarts, tandarts of hoefsmid, (langdurig) transport. Het zijn allemaal mogelijke oorzaken voor onrust, waardoor er een verhoogde kans op maagproblemen ontstaat. Overigens wordt niet alleen de maag negatief beïnvloedt door stress, maar ook de darmflora krijgt het door stress flink te verduren.
Kruiden en mineralen voor een gezonde maag
Van de volgende kruiden is bekend dat ze een beschermende en versterkende invloed hebben op het maagslijmvlies en dat ze de maagzuurproductie reguleren. Daarnaast is het van belang te kiezen voor kruiden met een ontstekingsremmende werking en kruiden voor een goede leverfunctie. Door vermindering van overmatige gasvorming en een verbeterde spijsvertering neemt ook de eetlust toe.
Matricaria chamomilla (Echte kamille) heeft antiseptische, ontstekingsremmende, slijmvlies beschermende en ontspannende en ontkrampende eigenschappen. De plant werkt tegen gasvorming en verzacht maag- en darmontstekingen. Zingiber officinale (Gember) versterkt de gehele spijsvertering, beschermt het maagdarmslijmvlies en heeft een zweer remmende werking. Het versterkt ook de maag, is ontstekingsremmend en pijnstillend. Angelica archangelica (Grote engelwortel) werkt eetlustopwekkend en verbetert de gehele spijsvertering. De plant werkt rustgevend, krampstillend en regulerend op de maag. Verder werkt de plant goed tegen gasvorming. Humulus lupulus (Hop) verbetert de spijsvertering en eetlust en werkt ontspannend. Taraxacum (Paardenbloem) heeft diuretische, laxerende en cholagoge eigenschappen en wordt ingezet voor herstel van de lever- en galfunctie. Mentha Piperita (Pepermuntblad) heeft antiseptische eigenschappen, stimuleert de afgifte van spijsverteringssappen en werkt ontspannend en ontkrampend. Cetraria islandica (IJslandsmos) heeft zowel verzachtende als spijsvertering bevorderende en eetlustopwekkende eigenschappen.
De mineralen Magnesiumcitraat en calciumcarbonaat ondersteunen de ontspanning.